2021 - 01
Separate issue

2021 - 01

€ 10
(price Belgium)
€ 16
(price Europe)
€ 18
(price outside Europe)

Frans Jespers
Zuid-Nederlandse organisten en orgelmakers in Noord-Brabant in de eerste helft van de 19de eeuw

Gilbert Huybens
Matthias Vanden Gheyn 'organist ende beijartspeelder der stad Loven'

Frans Jespers
Addendum: pijpwerk van de Gilmans in Achel

Wim Winters & Bart Wuilmus
De restauratie van het Clerinx-orgel (1852) in Eigenbilzen


Nieuwe uitgaven . Berichten . Overzicht inhoud internationale tijdschriften

Order

Frans Jespers
South-Netherlands Organists and Organ-Builders in North-Brabant during the first half of the XIXth century

In 1796, after one and a half centuries of repression, Catholics in North-Brabant regained their religious liberties. Church music was again possible, as was the playing of organs which had long been forbidden in most places. In the same year, in the Southern-Netherlands, all monasteries and many great churches were dissolved. It was to be expected that southern organ-builders would find work in North-Brabant, and that the professional organists who had lost their jobs would again find employment. In the next twenty years almost thirty organs were moved from south to north. South-Netherlands organ-builders found work by removing organs and building new ones. But few professional organists could find employment in North-Brabant. The main reason was the poverty of the region, which precluded any form of supplementary income for organists. But certainly after 1815 a musical separation developed between the conservative south and the interest in modern Viennese-style music in North-Brabant churches. It was the same with organ-building, which remained traditional in the south, whereas in the north modern instruments for more homophone usage were to become the standard. In the following three periods of around twenty years each, church music in North-Brabant developed through classical Viennese to early French romantic. The small regional organ-builders were able to deliver more progressive instruments than their South-Netherlands counterparts. After Belgium became independent in 1830 the crossover of organs and organists became more problematic. However, ten South-Netherlands musicians had already accepted the challenge, most of them in 1804. Some, such as Petrus Aertgeerts, Hermanus Boex, Philippus van Roy, Paulus Verbeke, Hubertus Haenen and especially Jean van Paesschen contracted good engagements in the leading churches of North-Brabant cities. They were to become symbolic figures of the regional musical activities and composed many commendable works for their church choirs. [Translation: Patrick Collon]




Waalwijk, St.-Jan, foto door A. Oudkerk kort voor 1922. Het orgel van König, afkomstig uit Alden Biesen, was inwendig al ingrijpend gewijzigd, het laatst in 1877 door Pierre Schyven.  Streekarchief Langstraat Heusden Altena, WAA 10137, collectie G.C.M. Verheyen

Naar aanleiding van het 300ste geboortejaar
* Gilbert Huybens
Matthias Vanden Gheyn  ‘organist ende beijartspeelder der stadt Loven’

Op 7 april 1721 werd Matthias Vanden Gheyn in Tienen geboren. Vanaf 1741 tot aan zijn dood op 22 juni 1785 speelde hij een prominente rol in het muziekleven te Leuven: hij was organist van de Sint-Pieterskerk en stadsbeiaardier, en onderscheidde zich als klavecinist, componist en muziektheoreticus. Hij is de enige musicus die een standbeeld kreeg in de voorgevel van het stadhuis. 
Matthias stamt uit een roemrijk geslacht van klokkengieters. Stamvader Willem Vanden Ghein (†1533) startte in 1506 in Mechelen met een klokkengieterij die door zijn zoons en kleinzoons verder werd uitgebouwd. 
Bij zijn aankomst in Leuven was Matthias zes jaar. Xavier Van Elewyck heeft het vermoeden geopperd dat hij zijn muzikale opleiding heeft genoten bij onder meer Dieudonné Raick (1702-1764), organist van Sint-Pieter (1721-1741), en bij Carolus Josephus Peeters (†1745), stadsbeiaardier (1732-1745). Na het ontslag op 25 augustus 1741 van Dieudonné Raick werd de 20-jarige Matthias op 6 september tot organist van Sint-Pieter aangesteld. Vanden Gheyn trad ook geregeld op als orgelexpert.
Het oeuvre van Matthias omvat muziek voor klavecimbel, orgel, beiaard en viool. Naast de orgelversetten bevat de werkenlijst van Matthias 9 fuga’s, 5 preludia, 3 andante’s, 2 allegro’s, 1 aria, 1 menuet en een kleine instrumentale ‘cantate’. Voor het eerst wordt een werkenlijst (71 nummers) van Vanden Gheyn gepubliceerd.


Fragment uit orgelverset 8 met vier verschillende registeraanduidingen. © Universiteitsarchief KU Leuven, P195.       
* Wim Winters en Bart Wuilmus
De restauratie van het Clerinx-orgel (1852) in Eigenbilzen 
Niet ver van de Nederlandse grens, op een achttal kilometer van Maastricht, realiseerde Jan Arnold Clerinx (1816-1898) in 1852 een nieuw instrument voor de Sint-Ursulakerk te Eigenbilzen. 
Wim Winters die als orgeladviseur bij de restauratie betrokken was, beschrijft in dit artikel de historiek en de uitgevoerde werkzaamheden. Bart Wuilmus vult deze bijdrage aan met een impressie van het door de Manufacture d’orgues Thomas (Stavelot) gerestaureerde orgel. Het tweeklaviersinstrument met zelfstandig pedaal en 20 registers toont op overtuigende wijze aan dat Arnold Clerinx een degelijke en tegelijk fascinerende orgelmaker was.   


Eigenbilzen, Sint-Ursulakerk, Clerinx-orgel (1852). © Luk Bastiaens      
* Nieuwe uitgaven
Recensies cd's
. Budding in Belgium | Hollandse meesters in Tielt |Gerben Budding, Pels & Van Leeuwen-orgel | Tielt
. Variaties | Reger, Bach, Litaize, Van Haeften | Hans van Haeften, Verschueren-orgel | Eindhoven
. Matthias Weckmann | Complete Organ Works | Léon Berben, F. Stellwagen-orgel Jakobikirche | Lübeck en 
H. Scherer-orgel Stephanuskirche | Tangermünde


 
Boeken
. David Vergauwen, Joseph Ryelandt Een culturele biografie van een romantisch componist in het fin-de-siècle Brugge



. Jan Jaap Steensma, 'Dartlend in het glas' Papierfragment familie Bätz
 
* Berichten
. Manufacture d'orgues Thomas 
. Peter Strauven gepromoveerd



* Inhoudsoverzicht internationale orgeltijdschriften